Skip to main content
search

Scan voor datagedrevenheid – hoe volwassen zijn we en waar moeten we mee aan de slag?

Cmotions helpt organisaties zich te ontwikkelen in het werken met data en alles wat daarbij hoort. We richten ons daarbij op het duurzaam verzilveren van de waarde die data in zich heeft. In de praktijk blijkt het uitdagend om data daadwerkelijk te laten werken voor de doelen van een organisatie. En daarvoor is meer nodig dan een paragraaf over data op te nemen in het meerjarenplan.

“We zijn heel datagedreven want ik heb als directeur toch het belang van data in de strategie presentatie genoemd?”

Om vast te stellen waar je als organisatie staat en met welke organisatie-aspecten je specifiek aan de slag moet, is drie jaar geleden de datascan ontwikkeld. Deze scan is gebaseerd op het groeimodel ‘datagedreven werken’ en de verschillende organisatie-aspecten en ambitieniveaus die daarin gebruikt worden (zie kader hieronder). Inmiddels hebben dusdanig veel organisaties deze scan gebruikt dat daar interessante inzichten uit naar voren komen. In dit artikel vijf interessante learnings op een rij.

GROEIMODEL – Datagedreven werken

Datagedreven werken vraagt aandacht op alle organisatie-aspecten. Van Strategie en besturing, mens, organisatie, processen en middelen (data & infrastructuur). Voor de groei definiëren we vier niveaus van ontwikkeling waarbij we niveau 0 (data als hobby van enkelingen in de organisatie) weg hebben gelaten. Elk niveau vertaalt zich naar een score in de scan.

Als we de organisatie-aspecten en groeiniveaus combineren, ontstaat ons maturiteitsmodel dat houvast geeft voor zowel positiebepaling als voor de ontwikkeling naar het gewenste niveau. Dit doordat het model per organisatie-aspect richting geeft aan actie voor een gebalanceerde groei. Je bent pas écht succesvol in deze groei als je deze aspecten in balans ontwikkelt.

De uitkomsten van de scan datagedreven werken geven aan hoe volwassen je bent als organisatie en zijn te plotten op de deelgebieden. Ze geven daarmee de gaps aan naar het ambitieniveau.

Inzicht 1 – De waarde van data wordt erkend, maar in de praktijk brengen is lastig

In totaal zien we scores rond de 4-5 (Maximale score: 12) per organisatie aspect. Dat wil zeggen dat de meeste organisaties inschatten dat ze in de overgang zitten van “een loket voor datavragen” naar “data als facilitor”: ondersteunend aan de doelstellingen van verschillende organisatieonderdelen. Opvallend: er zijn in ons onderzoek nog geen organisaties die inschatten dat data al volledig een strategische of nog hogere rol speelt.

Gemiddeld scoren de organisatie-aspecten ‘Strategie en besturing’ en ‘Organisatie’ het hoogst bij de deelnemers van onze scan. De mate waarin data een rol heeft in de strategie en het beleggen van die aspecten in de organisatie, lijken verder te zijn dan bijvoorbeeld de ontwikkeling van data competenties en gedragsverandering bij de mensen in de organisatie. Dat laatste onderdeel scoort zelfs het laagst.

Als we wat nog wat meer inzoomen op deelvragen uit de scan zien we de trend dat data & analytics op abstract niveau op waarde wordt geschat en als strategisch relevant wordt gezien. Men is vaak tevreden over de aanwezigheid van data. Maar, opvallend is daarbij dat hoe concreter en tastbaarder de vraag wordt, hoe lager de scores zijn. Concrete sub-thema’s die laag scoren zijn bijvoorbeeld:

Vaste werkwijzen – ‘Processen’
De rol en kwaliteit van de werkzaamheden van analisten – ‘Mens’
Data-architectuur – ‘Middelen’

De meeste organisaties zijn dus over het algemeen bewust van de waarde van data en tevreden met de ruwe data waarover ze beschikken, maar zien groeikansen in het praktisch toepassen en concretiseren van hun data & analytics activiteiten.

Inzicht 2 – Kleinere organisaties missen strategisch kader – grote organisaties worstelen met uitvoering

Als we kleinere organisaties (0-50 medewerkers) vergelijken met grotere organisaties (vanaf 100 medewerkers) zien we dat de kleinere organisaties inschatten dat zij nog echt aan het begin staan. Opvallend daarbij is dat ze met name op ‘strategie en besturing’ laag scoren. We zien het bewustzijn dat scoren met data begint bij heldere uitgangspunten en keuzes om data doelgericht in te zetten – en dat het bij hen dus hieraan ontbreekt.


Bij grotere organisaties zien we juist dat ze hoger scoren op beleid en organisatie-inrichting maar relatief gezien meer worstelen met de meer praktische aspecten om het daadwerkelijk tot uitvoer te brengen. Niet zo gek ook als je bedenkt dat sommigen van onze opdrachtgevers een paar duizend mensen in beweging proberen te krijgen om de slag te maken naar een lerende organisatie. Op basis van data en feiten voor betere beslissingen. En met een legacy van complexe systemen en datastromen.

Inzicht 3 – Van nature data-intensieve branches lopen voor en zijn meer in balans

Wat we zien als we branches met elkaar vergelijken (overzicht is niet uitputtend) is dat de van oudsher data-intensieve branches gemiddeld hoger scoren. En dat de verschillende deelaspecten van datagedreven werken meer in balans scoren. We zien met name de financiële partijen (banken en verzekeraars) en daaropvolgend (online) retailpartijen en publieke dienstverleners hoger en meer in balans scoren. Industriële en logistieke partijen scoren in ons onderzoek het laagst en beoordelen zichzelf lager, vooral op de inzet van data voor innovatie.

De mate waarin de organisatie-aspecten in balans zijn zegt iets over de mate waarin het lukt om in samenhang te groeien. Als je alleen op enkele deelaspecten hoog scoort lukt het niet om als organisatie de gewenste stappen te maken. Je hebt dan bijvoorbeeld kwalitatieve data en inzichten maar nog niet het bewustzijn en de wil om daar daadwerkelijk naar te handelen. Of je hebt een sterke strategie maar het lukt niet om deze te vertalen naar processen en middelen.

Inzicht 4 – Beslissers schatten volwassenheid hoger in dan degenen die de data verwerken

Niet iedereen heeft hetzelfde beeld van de volwassenheid of de mate van succes in datagedreven werken.

We maken in de scan onderscheid in verschillende rollen als het gaat om werken met data. Van beslissers (directie/hoger management) en de gebruikers tot de “producenten” van data en inzicht.

Opvallend beeld daarbij is dat met name binnen veel grotere organisaties de beslissers de volwassenheid op deelgebieden positiever inschatten dan de mensen die de data daadwerkelijk verwerken. En dan met name vaak ook nog op de deelgebieden waar ze voor verantwoordelijk zijn.

Gechargeerd zou je kunnen zeggen dat als een “directeur” het belang van data in de strategie heeft opgenomen of budget heeft vrijgemaakt voor de investering in een datalakehouse, het beeld vervolgens is dat “ze” op dat gebied dan heel ver zijn. De mensen die er in de praktijk mee moeten werken zien dat toch echt anders.

Het terugkoppelen van dit soort verschillen binnen de eigen organisatie leidt tot interessante gesprekken. Het zorgt voor het bij elkaar brengen van beelden en concretiseren waar potentieel en de complexiteit van werken met data nou echt zit. Het vergelijken van scores per rol is daarmee met name interessant binnen de organisatie zelf en niet zozeer als gemiddelde over alle organisaties heen.

Inzicht 5 – Groeien kost tijd

Als we naar de ontwikkeling kijken van de ingeschatte volwassenheid over drie jaar tijd zien we daarin nog geen opgaande trend. Dat kan aan de diversiteit van organisaties liggen maar is ook een les op zich. Veel van de organisaties waar wij mee in contact komen zijn bij de beweging naar meer datagedreven werken ambitieus in hun tijdspaden. En daar waar dat op de meer “harde aspecten” (infrastructuur, organisatiestructuur) vaak ook mogelijk is, blijkt het in beweging krijgen van mensen, competenties, gedrag en cultuur de meest langdurige en onderschatte horde. In balans groeien op de meer “zachte” aspecten kost tijd.

Het volgen van de ontwikkeling van scores op datagedreven werken is met name ook weer interessant voor organisaties zelf. Om periodiek te toetsen op de ontwikkeling in maturiteit, de groei op deelaspecten en de aanscherping van aspecten die achterblijven. We helpen organisaties met dit soort assessments om gericht te sturen op voortgang en ontwikkeling volgens een heldere aanpak.

Samenvattend: de kracht van reflectie, samenwerking en vertaling van lessen naar de eigen organisatie

De in drie jaar opgebouwde self-assessments zijn een mooie basis. We hebben hiermee nog niet per se een volledig dekkend onderzoek in de markt maar het geeft al een keur aan interessante inzichten. En met de groei van respondenten neemt dit in de tijd alleen maar toe. We zullen hier dan ook periodiek een vervolg aan geven.

De potentie van het inzicht uit de scans is met name ook de reflectie van beelden in de eigen organisatie, inspiratie van andere organisaties en de praktische vertaling naar actie: mMet welke zaken gaan wij nu aan de slag om door te groeien?

Het mooie is dat de scan vrijwel altijd laat zien dat verschillende mensen binnen dezelfde organisatie heel anders oordelen over aspecten. We weten dat er krachtige stappen en versnelling mogelijk is als ze elkaar daarin vinden, snappen en de lessen meenemen in de vertaling naar een goed actieplan.

Zelf aan de slag en leren van vergelijkbare organisaties

Ben je getriggerd door de inzichten uit dit artikel? Doe dan zelf ook eens de scan op Cmotions | Scan voor inzicht in datagedrevenheid. Met het invullen van de scan draag je daarbij ook nog eens bij aan het verder opbouwen van inzichten op het gebied van datagedreven werken. Wil je direct aan de slag hiermee, ga dan het gesprek met ons aan. We komen graag in contact om met elkaar te kijken hoe jouw organisatie de volgende stap kan maken en hoe je het doet ten opzichte van vergelijkbare organisaties!

Close Menu