31 mei 2018
Cognitieve biases: We hebben ze allemaal en we komen ze regelmatig tegen in het dagelijks leven. Maar hoe heb je eigenlijk als data-analist te maken met deze biases? En hoe kun je ze herkennen? In deze reeks bespreken we cognitieve biases bij analisten. Iedere blog worden er 3 biases uit 20 categorieën gekozen.
Met in deze blog twee biases uit het “Need To Act Fast” Spectrum: het Sunk Cost effect, het IKEA effect en een bias uit het “What Should We Remember?” Spectrum: het Google effect .
Deze bias zegt dat als je ergens in hebt geïnvesteerd – in tijd of in geld – je dan niet wilt dat het voor niets is geweest. Stel je hebt toegangsbewijzen gekocht voor een lezing over de toekomst van de Internet of Things. Eigenlijk heb je helemaal geen zin om te gaan die avond. Je bent toch geneigd om te gaan door het Sunk Cost effect, anders is het “zonde van de kaartjes”. Terwijl het financieel gezien niet meer uitmaakt of je nu gaat naar de lezing – de kosten zijn al gemaakt.
Zo werkt het ook met tijd. Je bent al een tijdje bezig met een MOOC over time series analysis in Python en de cursus is echt ver-schrik-ke-lijk. Toch blijf je de MOOC volgen tot het einde, want je hebt er immers voor betaald en je bent immers al over de helft. Zonde als je nu stopt!
Nee, dit effect gaat niet over onderdelen die je overhoudt aan het einde van je project. Het IKEA effect beschrijft dat mensen de neiging hebben om dingen meer te waarderen die ze (gedeeltelijk) zelf hebben gemaakt, dan dingen die door anderen zijn gemaakt. Het is dus echt niet zo dat jouw churn-model per definitie zoveel beter is dan het model dat je collega’s hebben gemaakt. En jouw slides zijn niet mooier en beter te begrijpen dan de slides van je collega – je hebt ze alleen zelf gemaakt en daardoor waardeer je ze meer.
Heb je ook wel eens dat je voor de 10e keer moet opzoeken hoe je nu exact die anti-join in SQL moet doen? Dat is waar het Google effect om draait: Je vergeet informatie sneller omdat je weet dat je iets–alles–makkelijk online (in bijvoorbeeld Google) kan opzoeken. Omdat je weet dat deze bron (bijna) altijd beschikbaar is, sla je informatie slechter op. Geef dus niet de schuld aan je slechte geheugen wanneer je voor de 10e keer opzoekt hoe CASE en CONVERT ook alweer werkt, maar geef de schuld aan Google. En voor die irritante collega die wel last heeft van het Google effect, maar op de een of andere manier moeite heeft met zelf dingen opzoeken: LMGTFY!
Lees ook de andere delen:
Deel 1: Self-relevance effect, Confirmation bias en de Bias blind spot.
Deel 2: Availability heuristic, Contrast effect en Clustering illusion.
Deel 3: Essentialism, het Positivity effect en de Appeal to probability fallacy.
Deel 4: Curse of Knowledge, de Hindsight Bias en het Hard-Easy Effect.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op via +31 (0)33 258 28 30 of info@cmotions.nl.
13 december 2022
In 1964 brachten de Beatles hun iconische nummer “I Want to Hold Your Hand” uit. Vanaf... lees meer
21 februari 2022
Plan je agenda vrij en zorg voor genoeg feestkleding in je kast, want grote kans dat... lees meer
27 januari 2022
Net als vorig jaar hebben wij kritisch gekeken naar de belangrijkste trends op het gebied van... lees meer