Data gedreven beleid bij de gemeente Den Haag –
een interview met Hedwig Miessen

17 juli 2018

Artikel geschreven door Jurriaan Nagelkerke, Principal Consultant

Naast ons dagelijkse portie “werken met data” zijn we vanuit Cmotions erg nieuwsgierig naar wat anderen binnen het vakgebied van data analyse en data science doen en drijft. Vanuit die interesse spraken Cmotioneers Michaela Legerstee en Jurriaan Nagelkerke op 18 mei jongstleden in het imposante gemeentekantoor aan het Spui in Den Haag met Hedwig Miessen.

 

Wie is Hedwig Miessen?

Hedwig Miessen is momenteel programmamanager Urban Data Center (UDC) bij de Gemeente Den Haag. Het Urban Data Center is een samenwerking tussen CBS en gemeenten om data een centrale rol in beleidsplannen en besluitvorming te geven. Daarvoor heeft Hedwig haar sporen binnen de gemeente Den Haag verdiend in diverse rollen als programma- en projectmanager op het gebied van informatiemanagement.

Maar wat Hedwig in onze ogen het meest kenmerkt, is haar focus op het verbinden van mensen en de sterke visie voor de langere termijn op het gebied van data en infrastructuur. Vanuit haar achtergrond in communicatie kent Hedwig als geen ander het belang van het meenemen van mensen in de volle breedte van de organisatie. Daarnaast heeft Hedwig scherp voor ogen hoe het gebruik van data de samenleving zal veranderen en dat daarmee ook de rol van overheden zal moeten veranderen.

Graag nemen we u mee in ons boeiende gesprek met Hedwig.

 

Hedwig, om gelijk met de deur in huis te vallen, hoe ben je eigenlijk in de wondere wereld van data beland?

De interesse in data is vanuit een aantal zaken ontstaan. Ik heb ooit bedrijfscommunicatie gestudeerd. Wat ik toen zag gebeuren, is dat social media in communicatie tussen mensen steeds belangrijker werd. En social media betekent: heel veel data. Daarnaast heb ik vanuit mijn academische achtergrond een sterke focus op feiten en onderbouwing. En ook dat betekent: data. Tot slot heb ik een grote interesse in vernieuwing en houd ik me daarom graag bezig met thema’s als digitalisering.

 

Helder, als je het zo omschrijft heb je ook niet echt een switch gemaakt, maar je opleiding bedrijfscommunicatie invulling gegeven met een sterke focus op techniek en data. Waar komt je passie voor de gemeente vandaan?

Tijdens mijn eerste functie zat ik in een traineeship. Hierbinnen kreeg ik een hoop testen en loopbaanbegeleiding. Steeds weer kwam hieruit naar voren waar ik goed in ben en wat ik leuk vind. Dat zijn: netwerken en verbinden, blijven leren en resultaatgerichtheid. En juist vanwege dit laatste heb ik voor de gemeente gekozen. Dat klinkt misschien vreemd, resultaatgerichtheid bij de overheid, maar juist bij de gemeente voel ik dat ik mee kan werken aan het boeken van concrete resultaten. Mijn beeld voordat ik bij de gemeente begon, was ook: de overheid is bureaucratisch, langzaam, saai. Daar ga ik nooit werken, dacht ik altijd. Maar vanuit mijn vorige rol deed ik projecten bij grote organisaties en kwam ik er achter dat het juist daar nou niet perse zoveel minder bureaucratisch ging. En in die rol  miste ik vaak het grotere plaatje, het strategische en hogere doel. Bij de gemeente vond ik dat wel en kreeg ik juist heel erg de ruimte te pionieren en te doen. Dat past heel erg goed bij mij.

 

Kan je ons iets meer over het Urban Data Center vertellen?

Eén van mijn eerdere projecten binnen de gemeente Den Haag was ICT in de Stad. Dat programma bestond al langer en was flink teruggeschroefd in budget. Mij werd gevraagd het nieuw leven in te blazen. Binnen ICT in de Stad liep een aantal initiatieven. Zoals Smart City en Resilience – veerkracht van de stad – en het Urban Data Center. We hebben de vorige collegeperiode wel 50 initiatieven doorlopen. Voor mij was het Urban Data Center het mooiste project. Het primaire doel van het Urban Data Center – kortweg UDC – is op innovatieve wijze meer gebruik maken van data ten behoeve van effectiever en innovatiever beleid op gemeenteniveau. Het is een echte Research & Development omgeving waarin we, in nauwe samenwerking met CBS, gebruikmaken van zowel de interne data van de gemeente als ook microdata, vanuit het CBS. Het CBS beschikt over data over kleine groepen burgers op een breed aantal maatschappelijke thema’s, zoals economische ontwikkeling, criminaliteit, huisvesting en leefbaarheid.

De gebruikers van diensten van het UDC binnen de gemeente zijn zeer divers. In eerste instantie zijn de business directeuren binnen de gemeente ‘klant’ van het UDC. Iedere kerndienst van de gemeente heeft 3 of 4 business directeuren. Zo bestaat de gemeente Den Haag uit onder andere de kerndiensten Bestuursdienst, Dienst Publieke Zaken, Dienst Stadsbeheer, Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn, Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten en Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Iedere dienst heeft zijn eigen beleidsambtenaren, onderzoekers, business intelligence medewerkers, informatiemanagers, noem maar op. Samen met deze medewerkers binnen de kerndiensten formuleren we de vragen waarop we vanuit het UDC mee kunnen helpen het beantwoorden daarvan, om zo de dienstverlening met behulp van data te verbeteren.

Wat we hadden verwacht is dat de onderzoekers van de verschillende diensten na de initiële opstart van het UDC de regie zouden pakken en zouden zeggen: “Dit hoort bij ons! Wij trekken dit naar ons toe.” Maar dat is niet gebeurd. Dat is zeker geen verwijt naar de onderzoekers. Zij spelen een essentiële rol bij het inzetten van data voor beleid. Echter, dat gebeurt nu nog sterk reactief: er ligt een vraag op tafel en die wordt met beschikbare data beantwoord. Maar met de nieuwe mogelijkheden die het UDC biedt, ligt er een grote kans om van reactief ook veel meer proactief data in te zetten om beleid te maken en te verbeteren. En dat vraagt een verandering die ik vanuit mijn rol als programmamanager probeer aan te jagen. Neem duurzaamheid. We zien op basis van data hoe urgent ontwikkelingen op gebied van duurzaamheid zijn. En we zien ook kansen hoe we daar actief op zouden kunnen gaan sturen. Maar daar wordt nog te weinig mee gedaan en juist daar probeer ik, door het op de juiste plaatsen en bij de juiste personen te agenderen, verandering in te krijgen.

 

Welke ambities heb je met het UDC voor de komende periode?

We hadden het net over werken voor de gemeente. Waar ik in het begin erg aan moest wennen, was de hele eigen dynamiek die in een gemeente speelt. Je opereert steeds van collegeperiode naar collegeperiode. In een nieuw college kunnen hele andere keuzes worden gemaakt en spelen andere personen een cruciale rol. De eerste keer werd ik nog verrast door de cyclus, nu speel ik het spel mee. Zorgen dat je belangrijke zaken binnen de cyclus effectueert.

Heel graag zouden we vanuit ons UDC een van de wereldwijde hubs worden voor het World Council of City Data. Het WCCD stelt meer dan 100 kenmerken gerelateerd aan de kwaliteit van leven beschikbaar voor een groot aantal steden in de wereld. Dit doet het WCCD op een ISO-gecertificeerde manier. Dit maakt de indicatoren voor de deelnemende gemeenten zeer waardevol. Het stelt gemeenten namelijk in staat om nationaal maar ook internationaal te vergelijken hoe de stad zich op belangrijke thema’s ontwikkelt. Het WCCD maakt het voor gemeenten hiermee veel beter mogelijk om trends te ontdekken en op basis van data en benchmarks beleid te analyseren en evalueren. Vanuit Den Haag spelen we in Nederland en ook internationaal een belangrijke rol en we hopen dit als ambassadeursstad van het WCCD nog verder uit te kunnen werken.

 

Hoe is de samenwerking met de andere gecertificeerde gemeenten in Nederland?

We hebben in Nederland nu 10 UDC’s, en 6 steden die zijn gecertificeerd en we werken steeds beter samen. Ik krijg er persoonlijk veel energie van om die verbindingen ook te leggen. Als je me de ruimte geeft, probeer ik alles wereldwijd te maken, haha. Maar zonder dollen: Ja, ik denk dat we juist heel veel van elkaar leren. Mijn doel is hergebruik van van methodologieën en datamodellen. Natuurlijk is iedere gemeente uniek, maar tegelijkertijd is het echt allemaal niet zo anders bij ons als in andere steden. Laten we daarom vooral de samenwerking opzoeken om van elkaar te leren.
Op dit moment stoppen we heel veel energie om de beleidsmedewerkers te ondersteunen met de juiste data. Beleidsmedewerkers hebben een sleutelpositie in de beleidsvorming, maar zijn momenteel nog het minst aangesloten bij de UDC community. Als een beleidsmedewerker niet wordt meegenomen, dan zal dat de potentiële impact van inzichten uit de data sterk negatief beïnvloeden. Dat komt omdat data ook erg bedreigend kan zijn voor de specialisten en mensen van de inhoud. Data klopt ook niet altijd en data moet goed worden gelezen. Hierbij is de rol van de specialisten essentieel. Ik geloof er persoonlijk ook niet in dat onze data zonder de menselijke blik tot beter beleid kan leiden. De rol van de mens – in dit geval de beleidsmedewerker – is hierin essentieel. Data geeft geen waarheid maar wel signalen.

Een voorbeeld is het daklozenloket. Op basis van de data zien we bepaalde problematiek zich sterk geografisch verschuiven binnen de wijk. Zonder context is dit een alarmerend gegeven: wat is er aan de hand? Waarom zien we zit gebeuren? Tot je je beseft dat het daklozenloket verplaatst is, wat direct de verschuiving verklaart. Ik geloof er niet in dat zonder de menselijke blik data bepalend kan zijn voor beleid. De menselijke validatieslag is echt onmisbaar.

Dus ja: ik ben groot ambassadeur van gebruik van data, maar dan wel van zinvol gebruik van data. Juist daarom hebben we ook het CBS als strategisch partner gekozen. Zij hebben zeer veel ervaring met het goed managen van de kwaliteit van data en de juiste vraag met de data te beantwoorden. Waar we meer naar toe moeten, is om samen met CBS de agenda voor de doorontwikkeling van het UDC op te gaan zetten. Hier moeten we de prioriteiten vanuit beleidsvraagstukken meer en meer in krijgen.

 

Wat is het belangrijkste succes van het UDC tot op heden?

We zijn afgelopen september begonnen en we hebben best al een hoop teweeg gebracht. Maar ik vind het moeilijk om zaken te claimen, want we doen het als het UDC nooit alleen. Er zijn nu wel twee business directeuren die met onderzoekers van andere diensten naar hun eigen problematiek willen kijken, dus integraal werken. Dat gebeurde tot voor kort nog te weinig. Op armoede en leefbaarheid wordt er nu samengewerkt om de analyse kwalitatief naar een hoger niveau te brengen, mede door de inzet van CBS microdata en onze eigen data.

Armoede en leefbaarheid zijn belangrijke beleidsterreinen in Den Haag. Met het armoede onderzoeksproject en het onderzoek gebruik huishoudelijke ondersteuning (WMO-dienstverlening) kunnen we zien hoe en welke burgers de gemeentelijke voorzieningen gebruiken. De combinatie van microdata vanuit het CBS met geanonimiseerde gemeentelijke data heeft belangrijke nieuwe inzichten gegeven. Dankzij de historische data vanuit het CBS is het mogelijk om over de lange termijn heen bepaalde patronen of cycli te herkennen en dat levert inzicht in strategische kansen voor verbeteringen in beleid. We willen de databronnen vanuit het UDC in de toekomst voor simulatie en forecasting gebruiken. En we zoeken steeds meer naar samenwerkingsverbanden op het gebied van data, binnen de gemeente, maar ook tussen de gemeenten op dit terrein.

Het UDC heeft hier een significante bijdrage aan geleverd om op deze belangrijke, globale thema’s naar integrale oplossingen te zoeken. Dat vind ik echt een groot ding.

 

Op een hoger niveau: Hoe zie jij de samenleving met de technologische ontwikkeling en het belang van data veranderen?

Persoonlijk maak ik me al langere tijd zorgen over hoe wij als Nederland onze ondergrondse infrastructuur beheren. Hoe wij het netwerk van stroom- en netwerkkabels, maar ook water, gas en riool beheersen is van cruciaal belang. Ook voor onze veiligheid en stabiliteit. Bij wateroverlast, elektriciteit storingen en aanvallen van kwaadwillenden wordt het steeds belangrijker dat we deze infrastructuur goed op orde hebben. Barcelona is een goede inspiratie. Of het al helemaal perfect is, dat wil ik niet zeggen, maar er is wel een tunnelsysteem aangelegd. Juist om problemen op het gebied van veiligheid en weerbaarheid van de stad te voorkomen. De visie van Barcelona op hoe belangrijk dit is om onze samenleving draaiend te houden, die mis ik hier. Ik hoor er bijna niemand over, maar in mijn ogen moet dit echt aangepakt worden. Daarop zou ik graag een bijdrage leveren om dit nu eens echt, vanuit een duidelijke visie aan te pakken en zo ook de weerbaarheid van onze steden en maatschappij te vergroten. De juiste infrastructuur opzetten is in mijn ogen een te groot vraagstuk om bij het bedrijfsleven neer te leggen. Hier ligt een essentiële rol voor de overheid.

 

En de samenwerking met de burger op het gebied van data?

De burger kan via zijn stem bijdragen aan de rol die data kan spelen in het publieke domein. Dat vraagt echter wel dat de burger hiertoe in staat is met de juiste voorlichting en kennis op dit gebied.

Het voorspellen van gedrag van burgers is dan ook een lastig stuk. Zeker als technologie daarin een steeds grotere rol speelt. Neem bijvoorbeeld TomTom: Als er op je route van A naar B iets aan de hand is dat je reis vertraagt, wijzigt TomTom je reisadvies. Maar op het moment dat je je gedrag hierop aanpast en een andere route kiest – en andere reizigers dat tegelijk ook doen- dan zijn de omstandigheden al weer veranderd. Zo sta je dan samen nog steeds vast, alleen dan in een andere file? Dus moet ook daar rekening mee gehouden worden in het reisadvies. Technologie wordt steeds slimmer om met dergelijke uitdagingen om te gaan, maar er zijn wel gaten. En dan doel ik met name op ethische afwegingen. Op dilemma’s op dit gebied kan technologie nu geen passend antwoord geven en daarin is de rol van de mens in mijn ogen van essentieel belang.

 

Je bent een soort pionier op het gebied van werken met data bij de gemeente…

Het is mijn ambitie om mee richting te geven aan hoe data ingezet wordt om gemeentebeleid te verbeteren. Dat gaat steeds beter, maar we zijn er nog niet. Heel geduldig ben ik hier mee bezig. Soms door het schrijven van een artikel of een boek, soms door de juiste wethouders bij elkaar te brengen. We proberen de visie samen verder uit te bouwen. Vooral ook in samenwerking met de inhoudelijke experts, die vanuit de verschillende diensten betrokken zijn bij onze projecten. En daarbij heb je de beleidsmakers keihard nodig. Zij kunnen de politiek meenemen in het proces.

Ik heb nog heel veel ideeën hoe we ons kunnen blijven verbeteren met de juiste inzet van data binnen de gemeente en er komen steeds meer ideeën bij. Gelukkig maar, want soms gebeurt het ook dat één van je ideeën wordt opgepikt door anderen en zonder verdere bronvermelding wordt overgenomen. Maar dat vind ik niet erg. Het betekent dat ook anderen in het idee geloven en dat er wat mee gedaan wordt. Mijn kernwaarden zijn dan ook: delen, samenwerken, opleiden.

Contact

Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met Jurriaan Nagelkerke via onderstaande contactgegevens.

Jurriaan Nagelkerke, Principal Consultant

+31 6 29 62 00 11

j.nagelkerke@cmotions.nl

Laatste nieuws

Vind jouw risicovolle bestanden volgens AVG met onze DriveScanner

17 april 2023

In elk bedrijf is het een uitdaging om ervoor te zorgen dat we alleen de documenten... lees meer

Rondetafelsessie – donderdagochtend 25 mei

16 januari 2023

Culture eats data strategy for breakfast​ Bedrijven die erkennen dat ze met de inzet van data... lees meer

Van het voorspellen van de frietverkoop tot het creëren van een betere toekomst met data

20 december 2022

20 jaar Cmotions is ook 20 jaar vakgeschiedenis en -ontwikkeling. Dit geeft waardevolle inzichten voor de... lees meer

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Mis nooit meer iets op het gebied van advanced analytics, data science en de toepassing daarvan binnen organisaties!